Kennis met… Fiscale maatregelen Prinsjesdag
Van VPB tot BTW hebben we relaties bijgepraat over de plannen van het kabinet en de fiscale gevolgen daarvan. Samen met gastheer KPMG en -vooral- de belastingspecialisten Olaf Leurs en Pepijn van Eijk van KPMG Meijburg, hielden we het jaarlijkse Prinsjesdag-ontbijt. Een week na de Troonrede maakten we de balans op. Niets schokkends, maar genoeg om rekening mee te houden.
Met onze staatsschuld zitten we nog onder de EU-norm van 60 procent (van het bbp), maar ‘de financiën lopen steeds meer uit de rails’. Komend jaar wil het kabinet 475 miljard euro uitgeven, terwijl het 425 miljard verwacht binnen te halen. Het tekort loopt harder op dan in landen als Duitsland en Frankrijk.
Vooral de vastgoedmarkt kwam aan de beurt. Zoals wel vaker in fiscale maatregelen, stelde Olaf. Het zal geen toeval zijn dat die branche goed was vertegenwoordigd in het monumentale KPMG-kantoor, aan het Centraal Station in Breda. Het kabinet heeft een VPB-plan om de earningstripping te verhogen naar 25 procent van de EBITDA. “Bedoeld als antifragmentatie-maatregel, maar met enorme, onterechte, consequenties." Met enig gevoel voor doemdenken klonk in de zaal zelfs de voorspelling dat dit menig vastgoedvennootschappen de kop zal kosten. Zien we komend jaar een massale dumping van vastgoed?
Pepijn: “Binnen de IB gaat het tarieven- en heffingskortingencircus vrolijk door. De tweede schijf gaat een half procent omhoog. Bedoeld als een cadeautje voor de middenklasse, maar de grootverdiener profiteert mee. Het wordt allemaal steeds complexer, zonder dat het veel impact heeft. De ZZP’er wordt strenger gecontroleerd op schijnzelfstandigheid, wat vooral voor werkgevers in de zorg en bouw een punt van zorg is. Maar het kan goed zijn dat uiteindelijk alleen ZZP’ers met een heel laag uurtarief worden ‘beschermd’.”